Jongeren uit AZC Balk werken in Firda Sneek aan hun toekomst

Door: Henk van der Veer In bedrijf
Jongeren uit AZC Balk werken in Firda Sneek aan hun toekomst
Jongeren uit AZC Balk werken in Firda Sneek aan hun toekomst Foto aangeleverd

SNEEK- ‘Niet éen, maar drie van deze hebben jullie nodig voor de cake. Hoe heet dat?’ Geduldig scant docent Pieter Greidanus - weer even in zijn rol als bakker - de gezichten van de jongens, die om hem heen staan in de keuken van Firda Sneek. ‘Eén ei…’ Uitnodigend houdt hij het bruine eitje in de lucht. ‘Drie eieren’, antwoordt een van zijn studenten met ietwat triomfantelijke grijns. ‘Drie eieren’, herhalen de anderen. Juist! Weer wat geleerd!

Binnen de kortste keren zijn de jongens in groepjes verdeeld over drie ruime werkbladen om onder meer 150 gram boter en suiker af te wegen, de hele boel te mixen en te beleggen met stukjes fruit. ‘Dit is ananas’, beweert een van hen stellig. Nee hoor, reageert docent Roos van den Berg: ‘Dit is abrikoos. A-bri-koos… Proef maar!’ De jongen is vlot overtuigd. ‘Abrikoos.’ Met een brede glimlach buigt hij zich - net als zijn klasgenoten - weer over het deeg, dat straks de oven in kan voor een lekker hapje.

Aan de slag
Vier dagen in de week zijn deze jongens uit het AZC in Balk welkom op Firda Sneek, om hier in het Startcollege te starten met het leren van de Nederlandse taal. In totaal gaat het om ruim dertig jongeren van rond de achttien jaar, vooral jongens en drie meisjes, waarvoor nu geen plek is in de ISK van onderwijsgroep VariO in Lemmer. Deze Internationale Schakelklas heeft een lange wachtlijst. Hierdoor zaten deze jongeren stil in het azc, terwijl ze graag aan de slag willen. Door een samenwerking van VariO, het COA, gemeente Fryske Marren en Firda kunnen ze nu terecht in Sneek.

Op het Startcollege van Firda krijgen zij vooral les in Nederlands en wat rekenen, maar dan liefst op een speelse manier. Soms vraagt dat wel even zoeken naar de juiste aanpak, zegt teamleider Ingrid Koopmans. ‘In onze opleiding Entree-NT2 hebben we veel ervaring met dat NT2-onderwijs. Maar lesgeven op ISK-niveau met deze groep die weinig tot geen Nederlands onderwijs heeft gehad en soms helemaal nooit naar school is geweest, is voor ons nieuw.’

De meeste jongens komen uit Eritrea en Syrië, met een enkeling uit Somalië en Turkije. Aan de tafels gaan ze gauw in hun eigen groep aan de slag met hun beslag, omdat ze dan vlot in hun eigen taal kunnen communiceren. Dat is wel zo gemakkelijk, als het aankomt op een goede verdeling van wegen en kneden. Maar het is zaak om ze daaruit los te weken, weet NT2-docente Saskia Rosendaal: ‘We hopen deze jongens hier een eerste basis te geven, om hen te laten voelen dat taal de sleutel is tot allerlei mogelijkheden.’

Ambitie
Dat vraagt om maatwerk. Een deel van deze jongeren is ook in eigen taal vrijwel analfabeet, terwijl anderen voldoende basis hebben om vlotter vooruit te kunnen. En dan kan het nog gebeuren, zegt Ingrid, dat een leerling ineens vanuit Balk wordt overgeplaatst naar een AZC elders in het land. ‘Dat is lastig, ook voor deze jongeren.’ Want een deel van het werk bestaat uit het bouwen aan een relatie met deze jongeren, die geregeld heel wat meesjouwen in hun rugzak.