INGEZONDEN / PB Skarsterbrêge: ons platteland in gevaar door onnodige stikstofplannen

Door: Douwe Bijlsma Algemeen
Afbeelding
Foto Thewes Hoekstra

Tijdens een informatieavond van Plaatselijk Belang Skarsterbrêge betoogden Gerben de Vries en Henri Prins onlangs dat de Nederlandse natuur zich krachtig herstelt van de neergaande trend in de tweede helft van de vorige eeuw. Zij baseren hun uitspraak op een eigen onderzoek. De toegepaste methode hiervoor is ontworpen in 2008 door ecologen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselvoorziening om onze waardevolle natuur te monitoren, maar wordt niet toegepast voor onderbouwing van het beleid. De Stichting Samenleving, Landbouw en Natuur stelt dat met dit onderzoek het nationale stikstofbeleid op losse schroeven komt te staan.

Nauwelijks invloed van stikstof in Rottige Meenthe en Brandemeer
De Vries: “Het huidige stikstofbeleid is gebaseerd op het model Aerius, dat op een ondoorgrondelijke manier berekent waar de stikstofuitstoot in het milieu terechtkomt. Deze theoretische uitkomsten worden vergeleken met de, evenzo theoretische, Kritische Depositie Waarde (KDW). Aangenomen wordt dat de natuur een groot risico loopt als de berekende depositie hoger is dan de KDW. Het is een Black Box, waar veel wetenschappelijke kritiek op is. Prins vult aan: “Wij baseren ons op de praktijk.” Een voorbeeld hiervan is de Natuurdoelanalyse van de Rottige Meenthe en Brandemeer. Modeluitkomsten geven aan dat zeven van de negen aangewezen waardevolle habitats risico lopen met stikstof. Maar uit de praktische analyse blijkt dat slechts één daarvan enige tekenen van stikstofdepositie-schade laat zien. En dat na meer dan 50 jaar overschrijding van de Kritische D-waarde!”

Door nalatigheid is natuurmonitoring niet mogelijk
De EU eist dat de Natura2000-gebieden vanaf 2003 niet in kwaliteit mogen achteruitgaan. De natuurkwaliteit is echter nooit op een structurele en juiste manier vastgelegd. Daardoor is achteraf niet meer te reconstrueren of de Natura2000-gebieden aan de eis van de EU voldoet. Voor de Rottige Meenthe betekent dit dat voor vrijwel het gehele gebied geconcludeerd wordt dat verslechtering niet is uitgesloten en dat daarom de natuurdoelen niet haalbaar zijn, tenzij er nog meer maatregelen worden getroffen voor natuurherstel.

Het reeds ingezette beleid, dat op basis van dergelijke conclusies is ontstaan, gaat € 250,-kosten pèr Nederlandse huishouding per maand (!) voor de komende 7 à 10 jaar. En dat zònder enige garantie dat het een bijdrage zal gaan leveren aan verbetering van de natuur.

Of zijn er toch wel data beschikbaar?
Hoewel natuurmonitoring binnen de Natura2000-gebieden zwaar tekort is geschoten, zijn die data op nationaal niveau gewoon openbaar en dus wèl beschikbaar. In 2008 is een set van soorten vastgesteld, die duiding geven over de staat van de natuur. Het betreft meer dan 500 flora- en faunasoorten die in de analyse laten zien dat maar liefst 86% daarvan de afgelopen 20 jaar stabiel is gebleven of is toegenomen. Niet één soort is verdwenen. Er zijn zelfs soorten teruggekomen, die eerder waren verdwenen. Dit resultaat geeft aan dat het voor het overgrote deel van de Natura2000-gebieden goed gaat en Nederland dus waarschijnlijk prima aan de Europese eisen voldoet.

Zorgen
De vertegenwoordigers van de Plaatselijke Belangen maken zich ernstig zorgen over de gevolgen van het natuur- en stikstof-beleid. Zij vrezen aantasting van de werkgelegenheid en de sociale cohesie in hun dorpen als de veehouderij grotendeels zou verdwijnen. De melkveehouderij bepaalt in grote mate het karakter van de landschappen, de cultuur en de “way of life” van het dorpsleven. De vrees is dat het verlies aan werkgelegenheid leidt tot verdere ontvolking van het platteland en een aanslag op de toch al karige voorzieningen in de dorpen.

Oplossingsrichtingen
Tijdens de discussie komen diverse oplossingen naar boven. Eén ervan is het idee om het beheer en het onderhoud in handen te geven van de plaatselijke bevolking. Daarmee wordt beoogd om de sceptische houding ten opzichte van grote natuurorganisaties om te buigen naar trotsheid op ‘hun’ natuurgebied. Dit zou het draagvlak verhogen, de kosten verminderen en het verlies aan werkgelegenheid compenseren.

De suggestie tot herbezinning op het Natura2000-beleid kwam ook naar voren. De grootte van de 162 natura2000-gebieden varieert enorm: van minder dan twintig, tot vele tienduizenden hektares. Bij de aanwijzing van deze gebieden is nagelaten om na te denken over de consequenties, zoals die nu naar voren komen en het land “op slot” zetten. Een andere indeling kan leiden tot een doeltreffender natuurbeleid. Kan niet? Kan wel! De natuur zal er wel bij varen.

Een belangrijke oplossingsrichting is de emissiereduktie door middel van de vele (meer dan 300), erkende, technische toepassingen. Relatief goedkoop kan daarmee op relatief korte termijn 50% reductie gerealiseerd worden.

Waarom de overheid kiest voor polariserende en zeer ingrijpende maatregelen, terwijl praktische, goedkopere en doeltreffender oplossingen voor handen liggen is volstrekt onduidelijk gebleven bij de bezoekers van deze bijeenkomst in het kerkje van Skarsterbrêge.

Plaatselijk Belang Skarsterbrêge.

Afbeelding