Arie Bruinsma is na zijn herseninfarct een ander mens: “Mijn doel? Mijzelf als fotograaf opnieuw op de kaart zetten!”

Algemeen
Foto Johan Brouwer
Foto Johan Brouwer

SINT NICOLAASGA - Beeldkunstenaar Arie Bruinsma uit Sint Nicolaasga is na zijn herseninfarct een ander mens. “Mijn doel? Vanuit de bodem van de put mijzelf als fotograaf opnieuw op de kaart zetten!”, zegt hij. “Als je ziet waar ik vandaan kom? Dan gaat het heel goed met mij!”, stelt Arie vast, aan het begin van ons gesprek. En ja, er volgt nu een duizelingwekkend verhaal waarbij tranen zullen vloeien.

Maar wat vooral bij zal blijven is Arie’s ongelofelijke liefde en kracht. Op de rand van de dood koos hij voor het leven. Die keuze zorgde voor een flinke fysieke en mentale strijd in de afgelopen twee-en-een-half jaar van zijn leven én in het leven van zijn gezin. Een strijd die Arie glansrijk wist te winnen. Laten we kennismaken met, zoals hij zelf zegt, Arie 2.0. Want: “Die versie is zo gek nog niet!”

Arie Bruinsma
Terug naar 14 november 2018. Arie Bruinsma is op dat moment 47 jaren jong en hartstikke fit. Hij is een actieve fotograaf, sportief en staat midden in het leven met zijn fijne gezin. Arie behoort niet tot een risicogroep. Roken doet hij niet. Gewoon een fitte jongeman. Op een dag, na een rondje hardlopen van acht kilometer, voelt hij zich niet zo lekker. “Ik weet nog dat ik dacht dat ik wellicht een griepje onder de leden had.”

Helemaal mis
Maar als Arie ’s nachts wakker wordt blijkt het helemaal mis te zijn. Hij is onrustig, in de war en het lukt hem niet uit bed te komen. Zijn vrouw Cynthia bedenkt zich geen moment en belt 112. Via het ziekenhuis in Heerenveen wordt hij na onderzoek doorgestuurd naar het UMCG. Daar krijgt hij na een levensreddende operatie te horen dat door een scheur aan de binnenwand van de halsslagader een stolsel is ontstaan dat in zijn hersenen is vast komen te zitten. Arie Bruinsma is getroffen door een herseninfarct.

Revalidatie in Beetsterzwaag
Door het bloedstolsel is een deel van de hersenen van Arie afgestorven. Direct na de
operatie is dit meteen te merken aan het feit dat hij zijn ogen niet kan openen. Arie moet zijn rechterhand gebruiken om zijn te ogen te kunnen openen. Langzaam komt het besef hoeveel schade er aangericht is zijn lichaam. Arie’s hele linkerkant is verlamd, hij kan nauwelijks spreken en is nauwelijks bij bewustzijn.

Na een aantal spannende dagen op de IC en eerste weken in het ziekenhuis gaat Arie naar het revalidatiecentrum in Beetsterzwaag. Het is verschrikkelijk hard werken daar. Alle kleine stappen vooruit viert hij als successen. Hij wil zo hard mogelijk vechten om er bovenop te komen. “Ik weet niet waar ik de kracht vandaan gehaald heb, ik denk dat het in mij zit…” En hij beseft: “Je bent verantwoordelijk voor je gezin. Mijn kinderen waren op dat moment vijftien en dertien jaar. Cynthia stond er maandenlang helemaal alleen voor. Ik mocht, en kon, alleen op zondagmiddag even naar huis. Later werd dat het weekend. Het moeilijkste was als ik weer terug moest naar Beetsterzwaag. Het enige wat je dan kunt doen is trouw je behandelingen volgen, hoe pijnlijk ze ook zijn… Je moet bereid zijn om aan jezelf te werken, elke dag opnieuw.”

Toetje voor de spiegel
Overdag krijgt Arie diverse therapieën: fysiotherapie, logopedie en psychomotorische
therapie. Maar niet voor al zijn klachten is er een doeltreffende oefening of therapie. Dus gaat hij iedere avond na het eten met zijn toetje naar zijn kamer om het voor de spiegel op te eten. Op die manier kan hij de stand van zijn mond in de gaten houden én trainen. “Ik had een scheve mond en een half verlamde tong; het leek soms net of ik dronken was. Dus ging ik er mee aan de slag door middel van het toetje.”

Daarnaast heeft humor hem in deze periode geholpen. “Ondanks dat je in een kutsituatie zit, heb je toch onderling, als revalidanten, veel lol met elkaar. We haalden van alles uit daar. We deden een poging tot poolen of gingen zelfs stiekem een biertje drinken, ook al gaat dat niet altijd samen met medicijnen.” Arie vertelt het met een twinkeling in zijn ogen.

De eerste foto
Een andere goede therapie blijkt fotograferen te zijn. Ook als is het niet eenvoudig en erg confronterend, het is ook een duidelijk doel. “Ik ben fotograaf. Dus dat wilde ik weer zijn. Vanuit de bodem van de put mijzelf als fotograaf opnieuw op de kaart zetten.” Tijdens zijn revalidatieperiode begint Arie aan een nieuw project in een leegstaande ruimte die tot studio wordt omgevormd. Al snel blijkt dat dingen die eerder automatisch gingen nu veel aandacht vragen. En vooral het contact maken is lastig als je niet goed kunt spreken. “Ik vertrouwde niet meer op mijn communicatie. Je moet contact maken met je model. Het is echt een voorwaarde voor een goede foto!”

Stapje voor stapje gaat Arie vooruit en krijgt het nieuwe project een naam: ‘Op zijn kop’. Waarbij hij de mensen die langs de zijlijn van zijn trauma hebben meegelopen vastlegt in woord en beeld. “Als fotograaf kijk je met andere ogen naar de wereld om je heen. Je kunt anderen dingen laten zien die hen nog nooit eerder zijn opgevallen. Dat is prachtig!”

Unieke stijl
Het was deze introverte Wâldpyk al zijn hele leven duidelijk dat hij iets creatiefs zou gaan doen in zijn latere leven. Wat precies was niet meteen helder. Het leek Arie wel wat om meubelmaker of goudsmid te worden. Ook had hij interesse voor kunstgeschiedenis en vormgeving. Toch ging hij eerst de logistiek in voordat hij fotograaf zou worden in 2012.

Arie’s unieke stijl zit hem vooral in het verhalen vertellen. Zijn portretten leven; hij legt een ziel vast. “Er is meer tussen hemel en aarde. En of dat nu geestelijk, spiritueel of energetisch is, dat weet ik niet. Maar ik zie het letterlijk gebeuren voor mijn lens, ik zie een ziel. Daarom wil ik iemand vastleggen zoals diegene is, zo puur mogelijk. Het bijzondere is dat ik denk dat ik dit nu, na wat ik heb doorgemaakt, nog beter kan. Sommigen vinden mij nu een betere fotograaf dan dat ik was. Zelf ben ik heel blij dat ik nog steeds in staat ben om een goede foto te maken!”

It gesicht fan Fryslân
Met alleen kunnen fotograferen is Arie er nog niet. Als hij eenmaal weer thuis kan wonen gaat Cynthia mee naar elke fotografieklus omdat hij nog geen auto kan rijden en geen materiaal kan tillen. Rijles na rijles blijkt dat autorijden echt een uitdaging is. “Iedereen die een herseninfarct heeft gehad zal bevestigen dat multitasken vrijwel onmogelijk is.” Met de fotografie is het gelukt. Autorijden is natuurlijk weer een hele nieuwe level van multitasken. Het heeft even geduurd, maar ook dat is Arie vorig jaar gelukt.

Tijdens de vele autoritten ontstaat het plan om samen een nieuw bedrijf op te richten:
‘Vuurvinders’. Arie en Cynthia Bruinsma willen het vuur, de passie en drijfveren van mensen in organisaties vastleggen. Inmiddels zijn Cynthia en Arie bezig met een groots project dat veel aandacht genereert: ‘It gesicht fan Fryslân’. Het doel is om in elf maanden tijd 111 Friezen vast te leggen. 111 is namelijk het getal dat staat voor de voltooiing van de zielsmissie. En elf is een magisch getal dat natuurlijk erg bij Friesland hoort, volgens Arie. Het ultieme doel is om Friesland een gezicht te geven én om te achterhalen wat Friezen zo gelukkig maakt.

“Op 22 maart begonnen wij dit project in het hart van Friesland, bij de toren van Eagum. Wij willen een dwarsdoorsnede vastleggen van de Friese samenleving en daarbij focussen op, wat het Fries sociaal Planbureau noemt, de Friese paradox. Uit de meeste onderzoeken naar de relatie tussen welvaart en welzijn wordt eenzelfde conclusie getrokken: als de welvaart toeneemt, neemt het welzijn ook toe. Voor Friesland lijkt deze conclusie niet op te gaan. De welvaart is in Friesland relatief lager dan in de rest van het land, terwijl Friezen zich over het algemeen het meest gelukkig voelen.”

Pijn is maar pijn
“Als ik zou zeggen: ‘Het is klaar!’ Dan stopt mijn herstel, dan ga ik weer achteruit.” Dus werkt Arie nog dagelijks aan zijn herstel. Hij zal nooit meer de oude worden, dat beseft hij heel goed. Maar misschien is deze Arie 2.0 wel een betere versie van Arie Bruinsma. Deze Arie geniet in ieder geval van kleine dingen en mooie ontmoetingen. Hij kiest ervoor om zijn werkzaamheden over de week te verdelen zodat hij het, ook vanwege zijn chronische pijn, goed vol kan houden. ‘Minder is echt meer’ blijkt voor Arie echt te werken. En pijn is maar pijn.

De diepste pijn ligt misschien wel bij zijn gezin. Arie voelt zich schuldig dat hij zijn kinderen niet heeft kunnen beschermen. “Uiteindelijk moet je dat misschien ook niet willen. Maar dit? Dit gun je ze niet… Het gaat wel goed met ze nu. Ik ben trots op hoe ze in het leven staan. Het zijn wereldwijzere kinderen geworden.” Saillant detail: zijn dochter studeert inmiddels PMT, psychomotorische therapie, en ze hebben samen getraind om weer vijf kilometer te kunnen hardlopen. “Er zijn denk ik genoeg mensen van vijftig, ook zonder herseninfarct, die mij dit niet nadoen!”

Dankbaar
“Er zal misschien een moment komen dat ik dankbaar ben voor wat er gebeurd is. Maar
zover ben ik nu nog niet. Ik ben wel heel dankbaar voor alle mensen die ons geholpen
hebben. Omdat mijn inkomen wegviel waren er momenten dat we geen boodschappen
konden betalen. Maar er zijn altijd mensen die je willen helpen, als je maar om hulp durft te vragen. Toen ik nog regelmatig naar het ziekenhuis in Heerenveen moest, werd er een Whatsappgroep gemaakt van mensen uit Sint Nyk en Langweer die mij brachten en haalden. Fantastisch, toch?!”

Aan het einde van dit interview zegt Arie: “Weet je, genieten is enorm belangrijk! Ik heb nog nooit een lelijke bloem gezien of een vogel lelijk horen zingen. Alhoewel je over ganzen en reigers misschien wel kunt twisten. Ik kies elke dag voor mijn geluksmoment, daar krijg ik energie van!”

Tekst: Janita Baron