Zeilbroers Henk en Tsjibbe van der Veer “De Welvaart is klaar voor de aansluiting”

grootdefryskemarren
Afbeelding

Eigenlijk moet de mast nog vernieuwd worden, maar verder… “Het skûtsje de ‘Welvaart’ is helemaal klaar voor de aansluiting bij de top van de IFKS a-klein”, verzekert schipper Tsjibbe van der Veer strijdbaar. In de IFKS a-klasse strijden vier skûtsjes steeds om de beste plaatsen. “Het schip is breed in de kop. Daardoor konden we al veel wind aan. Met het nieuwe tuig, giek en de andere zwaarden moet het dit jaar goedkomen. Broer Henk van der Veer, verantwoordelijk voor ‘it swurd’, is meteen ook één van de grootste sponsoren. “Met mijn oud ijzer”, zegt hij triomfantelijk.

Het is een gezellige boel in Elahuizen. Op de vaste ligplaats van de ‘Welvaart’ - naast de kerk - worden de zwaarden aan het skûtsje gehangen. Ons kent ons blijkt al gauw, want iedereen die langs fietst, zegt gedag. “Allemaal potentiële sponsors”, zegt Henk van der Veer lachend. Dat de twee broers zo bekend zijn, is niet zo gek, want ze zijn geboren en getogen in het dorp en zo groot is Elahuizen nu ook weer niet. Van de zwaarden wordt veel verwacht en dan vooral van de werking. “Ze zijn niet nieuw, maar voor ons wel”, grapt Tsjibbe. “Ze zijn minder spits dan de vorige. En hebben een groter oppervlak in het water. Dat is belangrijk want daardoor verlijert het skûtsje minder en verlies je geen meters.”

Bierdoppen en jampotdeksels

De zwaarden waren er vorig jaar al, maar toen hebben de broers vanwege corona zich nauwelijks met de rest van de vloot kunnen meten. Dit jaar is ook de giek nieuw. Die is gemaakt door de twee timmerlieden binnen het team. En eerder werd ook het tuig vervangen. Zelfredzaamheid is sowieso een groot goed binnen het team van de ‘Welvaart’. Bijzonder is de financiële constructie, want het schip is het eigendom van negentien mensen. Zij vormen de vereniging van eigenaren. De bemanning vormt een stichting die het skûtsje huurt van de vereniging van eigenaren. Door deze constructie kan de BTW verrekend worden. De jaarlijkse vergoeding vloeit terug. Verder zijn er nog wat sponsors, en is er Henk.

Henk? Jazeker, want Henk van der Veer brengt jaarlijks een substantieel bedrag binnen. “Als mensen oud ijzer hebben liggen, bellen ze en haal ik het op”, legt Henk uit. “Maar ze brengen het ook bij me. Dan gooien ze het in de voortuin. Je kunt het zo gek niet bedenken, tot bierdoppen en jampotdeksels aan toe. Ik heb meegemaakt dat er twintig ton ijzer bij me achter in de tuin lag.” Van het bedrag dat dat opleverde zijn de genoemde zwaarden betaald. “Maar ook de hoezen en de masthoes”, zegt Tsjibbe. En dan, niet zonder trots: “Wij zijn de enige met een masthoes.”

Zeilen in New York

De broers Henk en Tsjibbe, respectievelijk woonachtig in Harich en Oudega, kwamen pas op latere leeftijd met de watersport in aanraking. Tsjibbe begon zijn ‘loopbaan’ als zwaardenman bij Doede Dijkstra en verruilde deze positie voor fokkenist aan boord van de ‘Hoop op Vertrouwen’ met Frans Deinum als schipper. Hij nam diens plaats over toen deze ziek werd. Gevraagd naar het hoogtepunt noemt Tsjibbe van der Veer de reis naar Amerika met in totaal negentien platbodems waaronder twee skûtsjes. Dit in het kader van 400 jaar handelsbetrekkingen tussen Nederland en de Verenigde Staten. “Zeilen op de Hudson River onder het Vrijheidsbeeld met de skyline van New York. Over de East River, richting Albany. Om nooit te vergeten.”

Henk kwam aan boord toen zijn broer schipper werd. “Tsjibbe kon de bemanning niet helemaal rond krijgen en vroeg aan mij of ik nog iemand wist. Ik zei: ‘Wat dacht je van je broer?’ Sindsdien zeilen we samen”, zegt Henk die aan boord de functie van peiler bekleedt.

Bijhouden in een logboek

Tsjibbe neemt nog een misverstand weg door te zeggen dat ze met een lengte van 17,09 meter weliswaar tot één van de kleinere skûtsjes behoren, maar dat er in verhouding veel zeil op staat. 

“Dat is ook de reden dat we met vijftien mensen varen. We willen vooral ook veilig zeilen. Trainen doen we ook met de volledige bemanning. Wedstrijden en trainingen worden geëvalueerd. Binnen de groep zijn er een paar die de commando’s geven; de rest doet wat er gevraagd wordt. Als je daaraan gewend bent, is het zo simpel als wat. En we houden alles bij in een logboek. De stand van de zeilen, de zwaarden, de nok, de verstaging, welke wind uit welke richting. Dat is belangrijk want dan heb je steeds iets om op terug te vallen. Maar het moet ook gezellig zijn, natuurlijk. Altijd een drankje na de tijd met een hapje erbij. En als er gefeest moet worden, zijn we ook van de partij.” Glunderend: “Dat is trouwens ook de reden dat we in de a-klein waren. Wij starten pas om kwart over één, de grote-a al om negen uur ’s morgens.” Ter voorbereiding op de wedstrijden, van Lemmer Ahoy (Hemelvaartsdag 26 mei tot en met zaterdag 28 mei) als eerste en het IFKS (in augustus) als belangrijkste, wordt er twee keer in de week getraind.

De ‘Welvaart’, Elahuizen

De ‘Welvaart’ werd in 1910 gebouwd op de werf Wildschut in Gaastmeer. Opdrachtgever was Gerrit Agricola uit Sint Nicolaasga. Het zogenaamde roefschip meet 17,09 bij 3,57 meter en weegt ruim 33 ton. Het schip vaart sinds 2001 binnen de IFKS en heeft als thuishaven Elahuizen. De vereniging van eigenaren is de zesde eigenaar van het schip. De ‘Welvaart’ werd in 2013 aangekocht.

Tekst en foto’s: Richard de Jonge