’Wandelende schatbewaarders’ Frank Hemkes en Hessy Hoekstra-Wijnja

grootdefryskemarren
Afbeelding

Cultuur krijgt pas betekenis als de verhalen achter prominente of anderzijds opvallende panden in een dorp of stad worden verteld. Wanneer de ‘juicy details’ of juist de verdiensten van de toenmalige vooraanstaande families boven tafel komen. Of het leven van de landarbeiders en/of vissers wordt geschetst. Hoe verder de historie van een plaats teruggaat, hoe talrijker de verhalen. Lemmer wordt in historische documenten al in de 13e eeuw genoemd. 

\n

Het dorp groeide, mede dankzij zijn strategische ligging, uit tot een uitgelezen plaats voor koop- en ambachtslieden. Met een vissersvloot van 146 schepen ontwikkelde Lemmer zich in de afgelopen eeuwen tot een van de belangrijkste vissersplaatsen in Nederland. De Afsluitdijk en inpoldering maakten daar een einde aan. Anno 2022 heeft het toerisme de overhand in watersportplaats Lemmer en vertellen gidsen tijdens hun dorpswandelingen met toeristen over de rijke historie van ‘de Lemmer’. Hessy Hoekstra-Wijnja en Frank Hemkes zijn twee gidsen van het eerste uur. Zij vieren dit jaar hun 25-jarig jubileum als dorpsgids. Reden voor een portret van deze twee wandelende schatbewaarders van de Lemster historie.

Bekender als ‘gymjuf’ dan als stadsgids

Boerendochter Hessy Hoekstra – Wijnja, met haar 66 jaar en zeven maanden een kakelverse pensionaris, is geboren en getogen op een boerderij in Oppenhuizen. Ze groeide op in een groot gezin. “Toen ik veertien jaar oud was, verhuisden we naar een boerderij in Follega”, vertelt ze. “Vanaf toen leerde ik Lemmer en omgeving kennen.” Na de lagere school ging zij naar de huishoudschool in Sneek omdat ze, als een van de oudsten van de meiden, geacht werd de helpende hand te bieden in de huishouding. In de avonduren echter volgde zij de opleiding voor gymnastiekjuffrouw; vanaf haar 21geeft ze les aan de leden van de plaatselijke gymvereniging, eerst bij Kracht en Vriendschap, nu bij Pegasus. “Ik ben in Lemmer dan ook bekender als de ‘gymjuf,” vertelt ze lachend, ”dan als de stadgids, die voor toeristen rondleidingen verzorgt.”

Lang gekoesterde wens in vervulling

Hessy Hoekstra - Wijnja is getrouwd, heeft drie kinderen en zeven kleinkinderen, die op hun tijd flink verwend moeten worden. Toen de jongste dochter naar school ging, zat ze op de bank. En nu? Ze besloot een al lang gekoesterde wens in vervulling te laten gaan en schreef zich op haar 42in bij de Katholieke Pabo in Zwolle. De opleiding bleek haar op het lijf geschreven, zodat ze vier jaar later gediplomeerd leerkracht was en sinds die tijd voor de klas staat. 

Laatsten der Mohikanen

Rond die tijd kwam ook de vraag van het VVV in Lemmer of er mensen waren die belangstelling hadden om gids te worden voor groepen toeristen die meer wilden weten over de architectuur en de cultuur van Lemmer. “Frank Hemkes en ik hebben ons toen aangemeld en zijn inmiddels, anno 2022, de enige twee die er nog over zijn van de oorspronkelijke kerngroep van vijf. Gedurende de afgelopen 25 jaar hebben we er veel bijgeleerd. Uit boeken, historische documenten, maar ook uit verhalen van Lemsters en oud-Lemster die zich nog feiten uit hun periode in Lemmer wisten te herinneren. Dat maakt dat je met andere ogen naar je dorp kijkt en dat proberen we over te brengen op de groepen waarmee we een dorpswandeling maken.”

Krot in de Bagijnesteeg

Frank Hemkes werd 62 jaar geleden in Delft geboren. Vader Hemkes werkte bij de gistfabriek in Delft. Omdat er in die jaren een enorme woningnood was, bestond er een regel dat man en vrouw samen minimaal zestig jaren moesten tellen voordat ze een fatsoenlijke woning kregen toegewezen. Dat waren ze nog lang niet, dus kregen ze een enorm krot aangeboden in de Bagijnesteeg, schuin tegenover een zaagfabriek, zodat een groot deel van de dag horen en zien je verging. Via werk in Heveadorp, Zoetermeer en Drachten, ‘landde’ de familie Hemkes uiteindelijk in Lemmer.

Niet met open armen ontvangen

“Ik was toen veertien jaar oud en allesbehalve enthousiast om te verhuizen”, gaat Frank Hemkes terug in de tijd.“ ‘Vreemdelingen’ werden in de besloten Lemster gemeenschap niet echt met open armen ontvangen. Na achtereenvolgens de mavo in Lemmer en de havo en het atheneum in Emmeloord, ben ik economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam gaan studeren. Dat beschouw ik als de grootste miskleun van mijn leven, want eigenlijk had ik veel liever de Kunstacademie willen doen. Na anderhalf jaar ben ik gestopt in Rotterdam. Ook het daaropvolgende jaar rechten aan de RU in Groningen werd niets, dat was dodelijk saai.”

Stichting Oudheidkamer Lemster Fiifgea

“Ik kon vervolgens in het kader van een werkloosheidsproject terecht bij de‘Stichting Oudheidkamer Lemster Fiifgea’. Die historische documenten, oude fotoalbums en kaarten intrigeerden mij, dus daar had ik vreselijk veel plezier in. In 1993 maakte ik een ‘transfer’ naar ‘Museum Stedhûs Sleat’, gevestigd in het voormalige stadhuis van Sloten uit 1759. Het museum geeft een beeld van de geschiedenis van Sloten aan de hand van objecten, zoals waaiers, klokken en Friese kostuums. Uniek is de toverlantaarncollectie die op de zolderverdieping is tentoongesteld. Kinderen kunnen hier de magie van de toverlantaarn ontdekken. Ik was verantwoordelijk voor de techniek en de toverlantaarns.”

Gek van treintjes en openbaar vervoer

In 1999 werd het museum gerestaureerd, waardoor de positie van Frank overbodig werd. Hij kon aan de slag bij het Nationaal Modelspoor Museum in Sneek, toen nog gevestigd in de kelder van de bibliotheek onder voorzitterschap van Kees Huurman. Hemkes: “Daar was ik erg blij mee, want ik was van kinds af aan al geïnteresseerd in treinen en het spoor, dus deze baan was een kolfje naar mijn hand. Daarna heb ik nog vrijwilligerswerk gedaan bij het Nationaal Openbaar Vervoer Museum in Ouwsterhaule, waar ik een aantal mooie excursies heb georganiseerd.” 

Dorpsgidsen

“In 1997 plaatste het VVV een advertentie, waarin ze dorpsgidsen zochten. Dat was iets wat helemaal in mijn straatje paste. Ik had in de Oudheidkamer gewerkt en was geïnteresseerd in geschiedenis. Dus zijn we gaan proefwandelen met de vijf kandidaat-dorpsgidsen die om beurten een deel van de route mochten invullen. Op die manier leerden we een hoop van elkaar. Van die vijf van het eerste uur zijn alleen Hessy en ik nog over. Wel heeft er intussen nieuwe aanvoer plaats gevonden en zitten we weer op zes gidsen.”

Een dorpswandeling duurt doorgaans anderhalf uur en start bij het VVV. De route is mede afhankelijk van de samenstelling van het gezelschap en soms een beetje van de persoonlijke ‘stokpaardjes’ van de gids in kwestie. De een loopt met zijn gezelschap wel over de sluisdeuren van de Lemstersluis, de ander kiest voor een iets andere route waarin deze worden gemeden. 

Internationale handel en visserij bepalend voor straatbeeld

Het gezelschap mag in ieder geval rekenen op verhalen over de talrijke historische gebouwen die het centrum van Lemmer rijk is. Veel panden dateren uit periodes met bloeiende handel en zeevaart. Drijvende kracht daarachter was de strategische ligging van Lemmer aan de vaarwegen tussen de Zuiderzee en het achterland. 

Daarnaast heeft visserij een fors aandeel geleverd in de historie en de cultuur en dus het straatbeeld van Lemmer. Vooral rond de Binnenhaven zijn er nog veel sporen van de toenmalige visindustrie. Sinds 1888 ging het vaarverkeer van en naar de Zuiderzee via de Lemstersluis, nu een van de bekendste Lemster Rijksmonumenten. Bovendien is het voor de pleziervaart een populaire entree tot Friesland. Dat maakt het ook tot een interessante plek voor de ‘vele schippers aan de wal’. 

Oud-Lemsters

Hessy Hoekstra-Wijnja: “Wij krijgen vaak erg leuke verdiepende informatie van inwoners van ons dorp of van oud-Lemsters, die al jaren niet meer in het dorp wonen, wanneer ze met een dorpswandeling meelopen en zich nog dingen weten te herinneren die onze verhalen rijker maken. Die interactie maakt dit werk zo leuk.”

De ‘hoge’ Schans en de ‘lage’ Leeg

Ter afsluiting lopen we nog een rondje langs ‘de Schans’ en ‘het Leeg’, even een kijkje in de keuken van de dorpsgidsen, even cultuur snuiven. De verhalen buitelen over elkaar heen. Over het voormalige riviertje De Rien, dat tot 1957 door de Vissersburen liep, maar werd gedempt om een betere verbinding met de toen nieuwe Noordoostpolder te realiseren. Vooral in de 19e eeuw, toen de visserij in Lemmer hoogtijdagen beleefde, werden er talrijke kleine één-kamerwoninkjes langs dit water gebouwd. Van de kleine, onderhand monumentale, woninkjes aan ‘het Leeg’ waren vroeger de kelders verbonden tot één grote ruimte om de netten van de vissers te breien en te boeten. Frank Hemkes wijst op de ronde littekens in een opvallende gevel die herinneren aan de periode dat de grote schoorstenen van een voormalige palingrokerij het straatbeeld bepaalden. Langs de Lemstersluis lopen we terug naar het centrum waar de vele ‘schippers aan de wal’ hun uiterste best doen om de economie in Lemmer een positieve impuls te geven. 

Tekst Wim Walda

Fotografie Johan Brouwer