Nieuwe IFKS-voorzitter Jaap Jelle Feenstra: ‘Mienskipsgevoel is it allerbelangrykste’

Jaap Jelle Feenstra Foto ThomasVaer Fotografie

DFM - Vandaag, op de rustdag, kwamen de IFKS-skûtsjes richting de Tsjûkemar. Ze maakten zich op om morgen de wedstrijd bij Echtenerbrug/Delfstrahuizen te varen. Vrijdag en zaterdag wordt de strijd om het kampioenschap gehouden op het IJsselmeer bij Lemmer. Nieuwe voorzitter van de IFKS, Jaap Jelle Feenstra, voelt zich in deze regio helemaal thuis. Hij woont met zijn vrouw Pette weliswaar in Den Haag, maar net zo goed in Langweer.

En als je daar in Langweer in die rij smalle historische witte huisjes aan de oude haven woont, hoor je niet in de categorie tweede woningbezitters, maar word je tot de Langweerder mienskip gerekend. En dat gevoel heeft Jaap Jelle Feenstra zijn hele 68-jarige leven als zeer belangrijk ervaren. Machtig zoals hij vertelt over zijn jeugd in Leeuwarden. Waar het Leeuwarder skûtsje bij pake en beppe aan de Emmakade lag. Heit en mem hadden een zeilboot en waren veel op het water te vinden, ook bij het skûtsjesilen, toen nog alleen de SKS. De kleine Feenstra werd geraakt door de gezelligheid, de ambitie, het enthousiasme, de bevlogenheid en het feest waarmee schippers, bemanningen en de plaatselijke mienskip de skûtsje-feestdag in zo’n dorp beleefden.

Jaap Jelle Feenstra moest echter die beleving wat laten schieten; de familie vertrok naar Zutphen. En na zijn middelbare school ging hij studeren in Utrecht om leraar biologie en natuurkunde te worden. Maar dat werd hij niet. Hij werd automatisch een bestuurder, tijdens z’n
studie was hij al bestuurslid van de Milieufederatie. Later zou hij zelfs doorstoten naar de Waddenvereniging, waar hij ook nog een tijdje voorzitter van was. Ook van de Fietsersbond werd Feenstra preses.

Bestuurder
In z’n werk was hij ook bestuurder. Eerst bij het Europees Parlement en later bij het Centrum voor Energiebesparing in Delft. En Feenstra werd vervolgens twaalf jaar Tweede Kamerlid voor de PvdA. Daarna was hij twintig jaar de lobbyist voor het Havenbedrijf Rotterdam. Hij neemt altijd het hele pakket, want toen werd hij ook voorzitter van de lobbyisten-kring van de dertig grote Nederlandse bedrijven. En voorzitter van de beroepsvereniging voor Public Affairs.

Hij is intussen met pensioen, maar het is ieder duidelijk dat er geen geraniums in de huizen in Den Haag of Langweer staan. Hij trekt momenteel het walstroomprogramma voor de vijf zeehavens in Nederland, waarvoor hij 180 miljoen euro subsidie heeft georganiseerd. Tegelijk is hij ambassadeur van het Friese Haven Netwerk, dat hij beter op de kaart probeert te krijgen
bij het provinciebestuur. Het is gelukt om het Havennetwerk in het nieuwe College Akkoord te krijgen. “Want”, grijnst hij, “ik bin in twatalige ambassadeur.....”

Emotie
De Friese havens en de IFKS brengen hem dus regelmatig in Fryslân, in Langweer dus. De Friese skûtsjes daar doen de oude emotie weer terugkomen; zijn hart bloeit op. Overigens heeft hij op een IFKS-skûtsje gezeild als bemanningslid. In 1991 belde zijn studievriend Kees Hermsen hem op
met de mededeling dat hij ‘per ongeluk’ een skûtsje gekocht had. Dat was het Leeuwarder SKS-skûtsje, waarvan bleek dat het in Groningen was gebouwd. Dat mag bij de SKS niet, dus dat schip moesten ze snel kwijt.

Feenstra heeft dertien jaar met Hermsen gezeild op dezelfde manier zoals hij altijd zijn werk deed: hij keek om zich heen en adviseerde zijn schipper. In 2005 werd hij echter op een brancard van boord gehaald en moest met een teflonplaatje onder zijn oog en drie schroeven in zijn
hoofd nog een paar jaar voorzitter spelen van de maatschap, waar het skûtsje in zat.
Tot Sikke Heerschop het schip kocht en later overhandigde aan het skûtsje-museum bij Earnewâld. “Ik wie dêr lêsten by it 25-jierrig bestaan en ús skûtsje wer yn syn oarspronkelike staat sjen, der waard ik suver emosjoneel fan!”

Voorzitter
Bestuurder van beroep én voormalig bemanningslid; het was wel logisch dat de IFKS-mensen hem vroegen om de voorzittershamer over te nemen van Sicko Heldoorn. In december geschiedde dat. Wat heeft de nieuwe voorzitter Jaap Jelle Feenstra in het eerste halve jaar geleerd? “Ik ha ûndutsen dat it bestjoer der in hiel soad tiid en enerzjy yn stekt en dat yn it bestjoer en yn al ús kommisjes in soad technyske en histoaryske kennis zit.” Beiden vindt hij belangrijk. In de periode-Heldoorn is de structuur van de IFKS drastisch verbeterd, “en dat is weardefol en moat je koesterje. En je moatte mei besluten ek soarchfâldich wêze, want se gean oer de privee-eigendommen van de skippers.”

Fantastysk
Verder ontdekte hij dat, in alle plaatsen waar de IFKS zeilt, er bij plaatselijke commissies vrijwilligers veel tijd aan besteden om het allemaal te regelen. “Dat is fantastysk.” Feenstra heeft ook bewondering voor de drive van al die skûtsje-bemanningen, die even vrijwillig al maanden van te voren bezig zijn om het skûtsje in de beste conditie aan de wedstrijden te laten deelnemen. Hij keek met ontzag naar de diverse voorwedstrijden en kijkt uit naar de kampioenschapsweek, die nu nadert.

Enkel luisteren en kijken
Als verslaggever moet je zo’n ex politicus toch wat vragen over de zaken die in de IFKS soms aan kritiek onderhevig zijn. Zoals de geringe publieke belangstelling, de wat onhandige route naar Echtenerbrug, de korte duur van de wedstrijden, de veelheid aan zeiltekens. En is er wel voldoende bemanning? Naar deze vragen luistert hij beleefd, maar geeft heel bewust en strategisch nog nergens antwoord op. Hij gaat zijn eerste IFKS-jaar enkel luisteren en kijken. Hij praat met iedereen en laat zich overal zien. Maar hij zegt niemand iets toe. Eerst maar eens alles overzien en ervaren. “En in soad dingen kin je better ek mar net feroarje fanwege de feiligens.”

Het enige waar hij echt aan moest werken is de vergunningsaanvraag, die de gemeenten van de IFKS verlangden en waarbij de ambtenaren wel heel minitieuze draaiboeken willen zien. “At we der net útkomme, gean ik nei de boargemaster.” Hij weet immers hoe het spel werkt. En lacht zachtjes. Het kon beginnen.

Tekst Eelke Lok