Andries Kramer verzamelt Matchbox modelauto’s en varianten

grootdefryskemarren
Afbeelding

Het is maar weinigen gegund: pontificaal in de Daily Mail staan. Het overkwam Andries Kramer toen er op een veiling in Newcastle voor een kraan uit de Matchbox-serie van zijn verzameling het duizelingwekkende bedrag van 2.600 Engelse ponden, omgerekend 9.100 gulden (= 4.095 euro), op het kleed werd gelegd. Er werd geschiedenis geschreven want nog niet eerder werd er zoveel geld voor een Matchbox modelauto betaald.

Slimme man die Andries want zelf had hij maar 12,50 gulden betaald. Een gepingelde prijs want de verkoper vroeg vijftien. Andries Kramer (70) moet lachen. “Ik zag hem staan op een modelauto-beurs in België. Dacht: ‘Die moet ik hebben’. Er liepen nog meer geïnteresseerden, maar die hadden hem gelukkig nog niet gezien. Ach, je moet een gelukje hebben”, knipoogt hij.

Mét doosje

Het topstuk was onderdeel van een deel zijn verzameling die hij in 1999 ter veiling aanbood. “Ik had veel dubbel en heb van ieder model één onbeschadigd exemplaar mét doosje voor mezelf bewaard. Normaal gesproken stuur je de boel per post, maar we hebben ze zelf maar gebracht. Je weet maar nooit. Het bracht omgerekend 33.000 gulden (14.850 euro – red.) op. Daar hebben we toen een nieuwe echte auto voor gekocht.”

Adries Kramer uit Joure heeft ongeveer zeshonderd Matchbox modelauto’s. Van elk model dat voor 1969 is gemaakt heeft hij er eentje. Nieuw, onbeschadigd en mét doosje want: “Ze zijn veel minder waard als het doosje er niet bij zit.” In de gang van zijn woning staat een royale vitrine en in zijn woonkamer een bescheiden exemplaar, maar de meeste modelauto’s staan boven in een voormalige slaapkamer. Keurig gerangschikt in vitrines langs de wanden, doosjes tegen de achterkant met ervoor of erboven de modelauto’s.

Miljoenen kroningskoetsen

Begonnen met kleine modellen waar het merk zijn naam aan dankt, vond er in de fabriek in Engeland een schaalvergroting plaats, letterlijk, en kwamen er later ook grotere modellen. Niet in de laatste plaats vanwege de concurrentie van de grotere Dinky Toys modelauto’s. Leuk weetje om even de populariteit van Matchbox aan te geven: op een gegeven moment werkten er twinitgduizend mensen in verschillende Matchbox fabrieken in Engeland. Goeiemorgen! Modelautootjes hebben we het over, hè?

Het verhaal van Matchbox begint met Leslie Smith en Rodney Smith, twee officieren van de RAF die kort na de Tweede Wereldoorlog een eigen gieterij startten waarin ze onderdelen maakten voor de wederopbouw van Engeland. In 1949 kwam ingenieur Jack Odell bij hen werken. Hij bedacht in 1953 het concept van de Matchbox. Zijn dochtertje Anne mocht namelijk alleen klein speelgoed meenemen naar school. Dus maakte hij voor haar een wals dat net in een lucifersdoosje paste, een matchboxin het Engels. Hij koos voor de schaal passend in het doosje en voor de schaal van Dinky Toys. Nog hetzelfde jaar boekte de firma een eerste megasucces: ze maakten de kroningskoets van koningin Elizabeth na, en verkochten er een miljoen van. Natuurlijk heeft Kramer ook hier een exemplaar van. Matchbox was in die tijd zo populair dat de Britse autoproducenten aan de deur van de fabriek kwamen smeken om vooral maar hun auto op speelgoedformaat uit te brengen.

Eten met de fabrikant

Verkeerde investeringen, heftige concurrentie van het Amerikaanse Hot Wheels dat veel moderner was dan het brave Matchbox, de opkomst van het Verre Oosten in speelgoedland en hoge rentes op schulden deden het merk uiteindelijk de das om en Matchbox ging in 1983 failliet, maar zover in het verhaal zijn we nu nog niet.

Terug maar de jaren vijftig en zestig: Jack Odell kon ondertussen het auto’s maken niet laten en als chauvinistische Brit begon hij opnieuw een gieterij, Lledo genaamd. Odell maakte enkel nog echt Britse auto’s, perfect nagemaakt, vooral populair bij Britse verzamelaars. “Op een clubavond in Amsterdam raakte ik met Odell aan de praat”, vertelt Andries Kramer. “We hebben wel een uur staan kletsen. Die man was toen al in de zeventig. We waren met twee vrienden. Nodigde hij ons vieren uit om de fabriek te bekijken en samen te eten. Man, wat een ervaring, wat was dat leuk.”

Geld in een enveloppe

In zijn toenmalige woonplaats Heerenveen kwam Andries Kramer voor het eerst in aanraking met Matchbox. “Je had de Nieuwe Bazar. Dat was een soort warenhuis met een enorme afdeling speelgoed. Gigantisch wat daar te koop was. Daar kocht ik op de lagere school altijd mijn autootjes. Met mijn maatje. Als er een nieuw model kwam, kochten we die. Ik had zelf een kist gemaakt en daar bewaarde ik ze in. Mét doosje. Op een gegeven moment houdt dat op. Dan word je wat ouder, krijgt een brommer en gaat op stap.”

Het duurde tot na zijn trouwen dat Kramer zijn hobby weer op pakte. “Hij heeft het me nooit durven vertellen”, plaagt zijn vrouw Giny. “Want autootjes sparen is niet stoer natuurlijk. Maar ik vond het juist leuk.” Een artikel in de lokale krant over een plaatselijke verzamelaar zorgde ervoor dat hij zijn hobby weer nieuw leven in blies. “Ik begon me te verdiepen in het merk en kwam toen pas aan de weet dat ze vóór mijn lagere schooltijd ook al veel hadden uitgebracht.” Internet bestond toen nog niet. Informatie kwam via boeken, tijdschriften en clubbladen. “Ook aankopen gingen via brieven. Geld ging met de brief in een enveloppe. Op vertrouwen. Ook bezochten we modelauto-beurzen. In Driebergen had je een grote en in België ook, maar we gingen ook naar Engeland. Samen met een paar maten. Die verzamelden ook modelauto’s maar geen Matchbox.”

Aardig om te weten dat Kramer samen met een paar van deze vrienden aan de basis stond van de Modelauto Ruilbeurs in Joure. In Nederland zijn de onbeschadigde modellen in doosjes volgens hem nauwelijks meer te krijgen. Dan moet je op veilingsites zijn of bij speciaalzaken. Maar dan moet je er wel flink voor betalen: dertig tot veertig euro voor een doorsnee model tot honderden euro’s voor de aparte(re) modellen.

Dorset Steam Fair

Met het verkopen van een deel van zijn verzameling in 1999, stopte Kramer met het verzamelen van Matchbox, maar niet met het verzamelen van modelauto’s. Hij wijst op een kleine vitrinekast met daarin hoofdzakelijk modellen van stoomwalsen, vrachtwagens en oude auto’s. “Oxford Diecast, de grondlegger van deze fabriek heb ik ook ontmoet. Prachtig spul. Zo mooi gedetailleerd.” Hij heeft vitrines vol met dit merk. Gemene deler is dat het allemaal Engelse merken zijn zoals Mini, Rolls Royce, Jaguar en Land Rover. Ook vrachtwagens, brandweerwagens, legervoertuigen en stoomwalsen. Kramer: “Ze brengen nog steeds nieuwe modellen uit. Ook ter gelegenheid van de Dorset Steam Fair, eens per jaar. Ik ben er een paar keer geweest. Onvoorstelbaar, zo mooi. Daar komen 300.000 mensen gedurende vijf dagen.”

Hij pakt een mini Ford Capri van het merk Aurora AFX, in Europa vooral bekend als het vroegere Faller AMS met van die grijze autoracebanen. “Dit spaar ik ook. Ik haal ze kaal, spuit ze opnieuw en breng nieuwe transfers aan. Die haal ik uit Spanje of Australië. Dit is nu mijn nieuwe hobby geworden. Ik moet toch ergens mijn tijd in kwijt.” Grappig is dat hij dat kaal halen niet doet met afbijt, maar met Mr Muscle ovenreiniger. Dat haalt de verf er af, maar tast het plastic niet aan. Hij toont een Red Bull Formule 1 auto. “Die heb ik gekocht van een Duitser die er een aantal had. Toen bleek dat de fabrikant de licentie niet goed voor elkaar had, zijn ze uit de handel genomen. Zijn nu zo een paar honderd euro waard. Ik heb er een paar tientjes voor betaald.” Zoals gezegd: soms moet je een gelukje hebben.

Tekst en foto’s: Richard de Jonge