Het rijke sociale leven van Tjalina uit Oudemirdum

Algemeen

OUDEMIRDUM - Tjalina, oudste dochter van slager Bouke Pruiksma en Sijmontje Ybema uit Workum, geboren op 28 juni 1956. ‘Heit’ was naast slager ook koordirigent, van maar liefst drie koren en op zondag speelde de Workumer slager ook nog eens twee keer op het kerkorgel van de
Gereformeerde kerk in het voormalige Zuiderzeestadje. Heit was alleen op woensdagavond
thuis om de boekhouding te doen. Op zaterdagavond kregen de kinderen van Pruiksma, voor
de tv gezeten, een glaasje fris en een bakje met chips. Dan speelde heit ook nog wel eens op
het orgel de psalmen en gezangen die hij de volgende dag in kerk moest spelen. Na Tjalina
kwamen er nog vijf kinderen: Jeltsje, Hoite, Janny, Sytske en Sytze.

Zie hier het gezin waar Tjalina opgroeide. Een portret van een ‘warbere’ oftewel actieve
dorpsvrouw, die inmiddels alweer jaren met haar man Gatze Bokma in Oudemirdum woont.

Nog even terug naar jouw jeugd in Workum. Vertel…
“Ik ging naar de lagere school in Workum en mocht daarna naar de mavo.” Havo had
misschien meer voor de hand gelegen, gezien haar capaciteiten. Maar ‘mem’ had daarvoor zo
haar reden: ‘Us Tjalina is sa ferlegen, dy moat noch mar net nei Snits ta, dat kin letter noch
wol.’

Aldus geschiedde. Tjalina ging na het behalen van het mavodiploma naar de havo-top van
Pedagogische Academie De Him in Sneek. Want van kinds af aan wist de slagersdochter al
dat ze juf wilde worden. Haar eigen juf Eringa in de eerste klas was haar grote voorbeeld. En
dat gaat haar lukken. Na de P.A. staat Tjalina vier jaar voor de klas in Drachten en daarna
volgde terugkeer naar de Súdwesthoeke in Friesland.

“Via de zus van Gatze hoorde ik dat er een plekje vrij kwam aan de school in Hindeloopen,
waar ik op solliciteerde. Het hoofd van de school was mijn vroegere overbuurman uit
Workum. Wat ook meespeelde dat ik het ‘Hylpers’ beheerste en muzikaal was. Daar heb ik
acht jaar met plezier voor de klas gestaan. Nadat onze oudste dochter Sita in 1988 geboren
was, ben ik nog twee jaar parttime gaan werken. Irma kwam in 1990. Ik vertel het nu alsof het
de gewoonste zaak van de wereld is, maar wij hebben echt op onze kinderen moeten wachten.
Op een gegeven moment kreeg ik er last van dat er overal rond ons kinderen werden geboren,
maar dat was ons niet gegeven. Uiteindelijk lukt het dan toch, na de nodige
hormoonbehandelingen. Kinderen neem je niet, die krijg je! Het moet je worden gegund.”

Alles was muziek
Terug naar Tjalina’s jeugd, die ze zelf omschrijft als warm en gezellig. En niet te vergeten
muzikaal. “Jazeker muzikaal! Alles voor de muziek. Ik heb tien jaar pianoles gehad en we
zongen dan ook wel in koortjes. Ik heb een blauwe maandag bij heit op het koor gezeten,
maar ik vond dat al snel een ‘oude wijven koor’. Zus Jeltsje speelt dwarsfluit, Hoite was erg
muzikaal en speelde op kerkorgel en piano. Hij is ook dirigent geworden. Jannie speelde
piano en saxofoon. Sytske speelt ook dwarsfluit en zingt ook goed. En Sytse is drummer en
uiteindelijk ook in de muziek terecht gekomen. Alles was muziek!”

Tekenen
Maar overdaad schaadt en dat gold op een zeker moment ook voor Tjalina. “Ik begon er op
een gegeven moment van te balen,” verduidelijkt ze. ”Ik zat in de laatste klas van de Pabo en
dan moest je een specialisatie kiezen. Ik had er helemaal geen zin in om én bij muziekleraar
Hindrik van der Meer te zingen én op zondag nog weer eens. Ik koos toen voor tekenen bij
meneer Everaarts. Belde Van der Meer heit op, om te vragen hoe dat zat. Want ‘jo dochter is
sa muzikaal…’ Het antwoord van heit was duidelijk. ‘At dat bern tekenje wol, dan giet se
toch tekenjen.’ Dat was naast muziek toch wel mijn hobby, ik zat altijd te tekenen. Ik had het
even gehad met de muziek.

Later, toen ik voor de klas stond, zong ik wel graag met de kinderen en dat vond ik hartstikke leuk. Ik vond Hylpen trouwens sowieso een warm bad, de Súdwesthoekers liggen mij nu eenmaal. Omdat ik vroeger voor heit het vlees in Hindeloopen bracht, leerde ik de taal ook. Er zaten natuurlijk ook veel Hylpers in de trein naar Sneek, zo pikte ik de taal ook op. Later schreef Gosse Blom, een kenner van het Hylpers, ‘20 Hylper opsizferkes’, waar ik tekeningen bij maakte. Nog weer later tekende ik in opdracht van het GCO (Gemeenschappelijk Centrum Onderwijsbegeleiding, red.) nog meer illustraties, zoals bij het werk van Riemkje Poortstra. Dat was vakantiewerk voor mij, als Gatze aan het werk was op de camping en in de horeca.”

Wasdroger met een verhaal
In juni 1993 koopt Gatze een wasdroger voor Tjalina omdat hij ‘in hekel oan waskrekjes yn ’e
keamer hie’. Die aanschaf krijgt verstrekkende gevolgen.

“Gatze naar de firma Salverda in Oudemirdum, de zaak voor elektrische en huishoudelijke
apparaten. Gatze had eerder al tien jaar bij Salverda gewerkt. Maar goed, dat terzijde. Gatze
had de droger gekocht en toen moest hij even meekomen ‘foar in bakje kofje’. Want de
Salverda’s hadden ‘wat te melde. ‘Do hast de droeger kocht, mar do kinst de hiele saak der
wol bij oernimme!’ Gatze kwam wel thuis met de wasdroger, maar vertelde verder niets. Hij
heeft twee maanden over het voorstel nagedacht en in augustus vroeg Gatze mij of ik wel in
een winkel wilde staan. Toen vertelde hij het verhaal. Om een lang verhaal kort te maken, we
hebben de zaak overgenomen en in december 1993 zijn we in Oudemirdum gaan wonen.” En
Tjalina werd van juf ineens winkeljuffrouw.

Sociaal betrokken met het dorp
Om de binding met het onderwijs niet te verliezen, meldt Tjalina zich al snel aan als juf van
de kindernevendiensten van de PKN-kerk in het dorp.

“Ik meldde mij niet alleen bij de kindernevendienst aan als vrijwilligster, ik ging ook bij de
toneelvereniging. Ik vind het heerlijk om typetjes te spelen, maar eigenlijk vind ik alles aan
toneel wel leuk. Voordat ik mij bij de toneelclub van Oudemirdum aansloot, waren Gatze en
ik al tien lid geweest van de Hylper toneelvereniging. Ik speel nu al sinds 1998 bij de
Snypsnaren in Oudemirdum. En ben al 17 jaar penningmeester van de vereniging. In 2016
hebben we een openluchttheaterstuk in Oudemirdum gehad, een topper. Ik vind het sociale
leven in een dorp ontzettend belangrijk, de contacten die je met de mensen hebt, zijn
waardevol. Je hebt ze hier van diverse pluimage. Toen Gatze een zware operatie moest
ondergaan, kregen we veel steun uit het dorp. Gelukkig is Gatze goed hersteld van de
maagoperatie. Maar dan merk je dat een ‘doarpsmienskip’ ertoe doet.”

“Goed, verder met mijn activiteiten. Toen ik de kindernevendienst 12,5 jaar had gedaan heb ik
gezegd ‘als ik 60 jaar word, kun je mij voor de diaconie vragen’. En nu doe ik de ouderen
contactmiddagen, ik vind dat superleuk om te doen. Ik krijg de mensen bij ons in de keuken,
dat praat even wat gemakkelijker dan bijvoorbeeld in het dorpshuis, waar je al snel weer wat
afstandelijker zit. De groep van 15 mensen komt een keer in de maand bij ons. We zitten ook
wel eens onder in de ruime modern ingerichte muziekkelder, waar onze dochters met hun
band de ‘Vocal Roses’ oefenen. De toneelvereniging oefent ook in de kelder. Oh ja, en ik ben
sinds 1995 actief betrokken bij de organisatie van de Sinterklaasintocht.”

Na ons gesprek laat Tjalina ons de muziekkelder nog even zien en weer volgen er verhalen
over de ‘Vocal Roses’, het toneel, Sinterklaas en het rijke sociale leven in Oudemirdum.

“Ik hoef hier nooit weer vandaan”, besluit Tjalina.

Tekst: Henk van der Veer