Henk Kreule reisde in twee jaar de wereld rond; “Als God niet in Frankrijk zou wonen zou hij, denk ik, kiezen voor Goingarijp”
GOINGARIJP - ‘Waar m’n rugzak staat, voel ik me thuis’ was het motto van Henk Kreule tijdens zijn twee jaar durende reis om de wereld. De 75-jarige inwoner van Goingarijp maakte deze trip vijftig jaar geleden, maar nog steeds weet hij exact de route en dist hij de ene na de andere anekdote op.
“Dat ik alles nog zo goed weet komt omdat ik de brieven en ansichtkaarten die ik naar mijn ouders, familie en vrienden stuurde, teruggekregen heb. Ik heb de teksten overgetypt en gebundeld in een boek dat ik heb laten drukken. Voor dit interview heb ik alles nog even doorgenomen”, legt Henk uit.
Kost en inwoning
Vijftig jaar geleden dus, pakte hij zijn rugzak en liftte met een vriend naar Zuid-Frankrijk. Voor Henk was het niet de eerste keer dat hij op reis ging. In de zomervakantie werkte hij als reisleider in Italië, en op de middelbare school was hij ook al regelmatig op pad. “Dan ging ik op de bonnefooi naar Parijs of London. Ik vertrok zaterdagochtend liftend uit Zwolle en ’s avonds zat ik op Trafalgar Square. Ik heb een avontuurlijke geest.”
Alleen verder reizen
In Zuid-Frankrijk plukten Henk en zijn reisgenoot druiven. “Zo verdienden we een paar centen om verder te reizen”, blikt hij terug. “We wilden naar Madrid liften, maar niemand nam ons mee. Toen zijn we vanuit Noord-Spanje teruggegaan naar Frankrijk, maar liften bleef lastig. Daarom namen we de trein naar Rome, en daarna de boot naar Corfu en Athene. De vriend met wie ik reisde had heimwee en ging terug naar huis. Toen was ik alleen, maar ik was vastbesloten om verder te reizen.”
Twee baantjes
“Israël was mijn volgende bestemming. Ik werkte in een kibboets, maar dat leverde niet veel op, want je werkt tegen kost en inwoning. Ondertussen waren vrienden van Nederland naar Australië gevlogen om daar twee jaar te wonen. Ik wilde hen opzoeken, dus ik moest geld verdienen om daar naartoe te reizen. In een hotel in Tel Aviv mocht ik kamers schoonmaken, de lounge stofzuigen en het ontbijt verzorgen. Na een paar weken nam ik er een baantje in een snackbar bij. Dat was ideaal: ik verdiende geld, had gratis onderdak in het hotel en kreeg maaltijden in de snackbar.”
Afkoelen in de Himalaya
Na een aantal maanden reisde Henk via Cyprus naar West-Turkije en vervolgens door Turkije. “Ik sliep in goedkope hotelletjes. Er was natuurlijk geen internet, mobiele telefoon of Google maps, dus vroeg ik bij aankomst op een busstation waar je goedkoop kon overnachten. Dat lukte altijd. Mijn volgende bestemmingen waren Iran en Afghanistan. Het was daar heel gemoedelijk; buitenlanders werden gastvrij ontvangen. Via Pakistan kwam ik in India en daar was het zo heet dat ik met een Franse jongen naar de Himalaya ben gereisd en een aantal weken heb doorgebracht in een klooster van Tibetaanse monniken. ’s Ochtends kookte een monnik een grote pan soep, wat zelfgebakken brood erbij; daar moest je het de hele dag mee doen. We hoefden niet te bidden of te mediteren, je kon gewoon je gang gaan. Wij genoten van de natuur en één keer per week gingen we te voet bergafwaarts naar het dorpje waar we fruit kochten.”
Bangkok een verademing
“Vanuit de Himalaya reisden we naar Amritsar, de hoofdstad van de Punjab. We mochten bij de beroemde tempel slapen, maar werden middenin de nacht wakker gemaakt omdat we met onze voeten richting Mekka lagen. Dat was niet toegestaan. Na een paar dagen reisden we naar Delhi, en vervolgens naar Calcutta. In India klampen mensen je continu aan, je moet iets van hen kopen of ze willen je rugzak dragen. Wat dat betreft was Bangkok in Thailand een verademing. Zulke schone, nette en vriendelijke mensen; het was alsof ik in het paradijs terecht was gekomen.”
Visum bijna verlopen
Na Bangkok reisde Henk per trein naar Maleisië en Singapore. Vanuit Singapore zou hij met een passagiersboot naar Australië varen, maar vlak voor vertrek bleek de motor kapot. Henk kreeg het benauwd, want zijn visum verliep de volgende dag. Hij wilde niet het risico lopen in de gevangenis te komen, dus ging hij naar de Immigratiedienst om zijn visum te verlengen. Voor die tijd ging hij nog even naar de kapper en dat bleek een goede zet. “Bij de visa-instantie hingen foto’s met voorbeelden hoe een herenkapsel eruit hoorde te zien. Kort moest het zijn. Heel kort, en opgeschoren.”
Beestjes afschrikken
Uiteindelijk kwam hij per boot in West-Australië aan, om vanaf daar naar het oosten te liften. “Ik had geluk want net buiten Perth stopten vier toeristen in een VW-busje. Met hen kon ik door de Nullarbor woestijn rijden. Overnachten deden we in de openlucht. Ik had eens gehoord dat, als je een klein rotsblok laat vallen, insecten en slangen door de trillingen op de vlucht slaan. Dat deed ik voordat ik in mijn slaapzak kroop. Na vijf dagen en vijf nachten waren we in Melbourne. Vanaf daar ben ik naar mijn vrienden in Sydney gelift. Zij huurden een flat en ik kon bij hen wonen. Dat was gezellig én comfortabel. Ik had vrij snel een baan bij een autodealer. Daarna heb ik nog appels geplukt in Tasmanië. Vervolgens ben ik met een passagiersboot via Nieuw-Zeeland en Fiji naar Acapulco in Mexico gevaren. Die boottocht duurde achttien dagen.”
Henk was uitgereisd
Met de bus reisde Henk langs de westkust van Mexico en de Verenigde Staten naar Canada. Vervolgens dwars door Canada, naar de oostkust. Vanaf daar wilde hij afzakken naar New York, vanwaar hij naar Nederland wilde vliegen. Maar dat liep anders. “Ik zat op de bus te wachten, toen een boer vroeg: ‘Do you want to work?’ Dat wilde ik wel, en voor ik het wist was ik tabaksplukker. Vier weken werkte ik daar. Ik leerde allemaal nieuwe mensen kennen. Dat was heel leuk, maar daarna wilde ik naar huis. Ik was uitgereisd.”
Nederland is Luilekkerland
Van New York vloog Henk naar Luxemburg. Vervolgens stak hij voor de laatste keer zijn duim in de lucht. Liftend kwam hij in Zwolle. “Na twee jaar reizen was ik thuis. Ik heb ervan genoten, veel geleerd en veel indrukken opgedaan. Sindsdien vind ik dat we in Nederland in een Luilekkerland wonen. Het is hier zo luxueus en zo prettig. Alles is zo netjes en goed geregeld. Dat waardeer ik nog elke dag.”
Mensen helpen
Inmiddels zijn we vijftig jaar verder, Henk is getrouwd met Jeanine. Ze hebben een zoon, een dochter en drie kleinkinderen. Voordat Henk op wereldreis ging was hij inkoper, na de reis pakte hij dat vak weer op, maar na een tijdje wilde hij iets anders. “Tijdens mijn reis had ik veel armoede gezien en ik wilde niet langer commercieel werk doen. Ik wilde me inzetten voor mensen die het minder getroffen hadden. Ik deed de vierjarige opleiding Sociaal Cultureel Werk, en vervolgens zette ik me met bewonersgroepen in om de leefbaarheid in achterstandsbuurten in Deventer, Roosendaal en Dordrecht te verbeteren. Het was moeilijk werk, alleen vol te houden door tevreden te zijn met kleine verbeteringen. Ik heb het tien jaar gedaan, toen dacht ik: ‘Dit lukt niet tot mijn 65-ste.’
Het roer nog eens om
Henk werd beheerder van landgoedcamping Blaauw in Sint Nicolaasga. “Het werk paste helemaal bij me. Lekker buiten, praktisch bezig zijn, met mensen omgaan. We hebben twintig jaar op het terrein gewoond, maar toen ik met pensioen ging, moesten we op zoek naar een andere woonplek. In Goingarijp werden nieuwe huizen gebouwd en hier zijn we veertien jaar geleden neergestreken.”
Niet meer ver weg
Henk is nu 75 jaar oud. Wereldreizen heeft hij niet meer gemaakt. Wel trok hij in 2007 met dochter Jori een maand door China. Met Jeanine heeft hij met de auto heel Europa door getuft en veel stedentrips gemaakt. Hij hoeft niet meer zo ver weg. “Ik ga niet vliegen. Ik heb geen zin in die drukte op vliegvelden en in massatoerisme. Wij maken tegenwoordig langere fietstochten. Rond de zestig, zeventig kilometer per dag. Mooi door de natuur, en overnachten in een hotel.”
Paradijsje aan het Sneekermeer
Ook passen ze een dag per week op de kleinkinderen in Heemstede. En verder is het heerlijk toeven in hun bloemrijke tuin aan het water. “Goingarijp is een paradijsje. Prachtig gelegen. Het leven kabbelt hier gemoedelijk voort. Als God niet in Frankrijk zou wonen zou hij, denk ik, kiezen voor Goingarijp. Een lieflijk dorpje aan de boorden van het Sneekermeer.”
Tekst Lutske Bonsma