Directeur Maritieme Academie Arjen Mintjes: ‘Minister Harbers had allang maatregelen moeten nemen om de problemen met het A7-aquaduct op te

FRYSLAN - ‘Het is een chaos en het is schandalig’, dat zegt Arjen Mintjes, directeur van de Maritieme Academie in Harlingen, vandaag in het radioprogramma en nieuwsforum Buro de Vries van Omrop Fryslân. Hij heeft veel te maken met de infrastructuur van vaarwegen in ons land en is niet te spreken over het rijksbeleid.

De A7 tussen Joure en Sneek is al weken afgesloten doordat het asfalt daar omhoog komt door de druk van het grondwater. De zandzakken die er zijn geplaatst moeten tegendruk geven. Inmiddels is de belangrijke verkeersader afgesloten en wordt er door betrokken partijen gesproken over gelijke oplossingen.

Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat is van plan om woensdag naar Fryslân te komen om de situatie te bekijken. ‘Hij had al lang maatregelen moeten nemen. Als bijvoorbeeld de A15 tussen Rotterdam en Hoek van Holland er zo bij zou liggen, dan was het binnen twee weken opgelost’ denkt Mintjes.

Vernieuwing hard nodig
Dat er meerdere bruggen in Fryslân zijn met grote problemen hoort in datzelfde rijtje thuis, denkt hij. ‘Die vier bruggen bij Uitwellingerga zouden al twintig jaar lang worden vernieuwd, maar het wordt steeds vooruit geschoven. Het lijkt nergens op. De ene na de andere brug gaat kapot. Doe er nu eens iets aan.’ De frustratie spat ervan af.

Als man die veel met de scheepvaart in ons land te maken heeft, is Mintjes goed op de hoogte en heeft hij vaak overleg met het ministerie. Een hoofdvaarweg als die tussen Delfzijl en Lemmer heeft een groot probleem door alle bruggen die kapot zijn. ‘Denk maar aan de brug bij Kootstertille en die van Spannenburg.’

Kloof tussen Randstad en regio
Volgens Mintjes moet er snel worden gemoderniseerd. Dat dat tot nu toe niet gebeurt, heeft te maken met de kloof tussen Randstad en de regio, denkt hij. Hij besluit dan ook mee: ‘Erken nu eens dat het noorden van Nederland en Fryslân gewoon bij Nederland hoort en dat het geld dat van het Rijk komt ook voor dit deel van Nederland bedoeld is.’