Campagne om weer reuring in dorpshuizen te krijgen: ‘Kerstverlichting hangt nog’

BALK - Met een campagne wil stichting Doarpswurk weer wat leven in de dorpshuizen brengen. Doarpswurk houdt zich bezig met dorpshuizen en het verenigingsleven in Fryslân. Beide hebben een grote klap gehad door de coronacrisis.

‘We doen de campagne om te helpen om de activiteiten weer op te starten, om zo weer reuring in de dorpen te krijgen’, zegt Theo Andreae van Doarpswurk.

Een concreet voorbeeld is het dorpsdiner dat afgelopen weekend ook weer gehouden is. ‘Afgelopen jaar hebben we dat in de open lucht in Sibrandabuorren gedaan. We hebben er een compleet draaiboek voor gemaakt en daar kunnen dorpen gratis gebruik van maken. Dat is een mooie manier om de mensen op een informele manier bij elkaar te brengen.’

Bij het diner worden lokale producten gegeten, dus het is ook duurzaam. ‘Mensen kunnen het eten zelf klaarmaken of met hulp van anderen. Dat is per situatie verschillend en het hangt er ook van af of er geld beschikbaar is.’

Buffer verdwenen

Volgens Andreae zijn de meeste dorpshuizen nog ‘gezond’. ‘De buffers zijn als sneeuw voor de zon verdwenen, ze hebben geen vet meer op de botten. Voor een aantal is de situatie wel zorgelijk, bijvoorbeeld voor grotere dorpshuizen die een beheerder in dienst hadden.’

De mensen van Doarpswurk steunen waar ze dat kunnen, op financieel, juridisch en bestuurlijk terrein. ‘We kunnen ook met elkaar kijken naar zogenoemde nieuwe ‘verdienmodellen’ voor verhuur of ruimte voor bijeenkomsten of flexwerkplekken.’

De kerstverlichting hangt nog in de Treemter in Balk, zo lang is er geen activiteit geweest.

‘We hadden dat voor it Toanhûs mooi opgezet en de boel versierd voor de voorspeelavond. Toen moest de stekker eruit en heb ik het uit piëteit maar laten hangen’, zegt Jappie Betsema van de Treemter.

Hij is druk bezig voor het nieuwe seizoen. ‘Ik hoop dat alles weer losgaat. Het zou eind deze week al beginnen, maar dat is afgezegd.’

‘Mijn hart ligt ergens anders’

In de coronaperiode heeft hij ander werk gedaan bij een metselbedrijf, dat was zijn werk eerder ook. ‘Mijn hart ligt ergens anders. Het liefst doe ik wat is de laatste zes, zeven jaar fulltime heb gedaan.’

Hij vond het verschrikkelijk dat alles stil lag. ‘In een keer was ik van zeven dagen per week aan het werk naar gewone dagen.’

Het begint nu langzamerhand weer te lopen met boekingen, net als vergaderingen. ‘Ik hoop dat de gewone clubs en verenigingen ook weer oppakken. Ze willen ook wel.’

Betsema ziet het wel zitten. ‘Ik hoop dat de mensen weer gewoon doen. Iedereen heeft een prikje gehad.’ Het eerste feestje is voor een oma die tachtig jaar wordt en in de Treemter haar feestje houdt.’