Benno Pen uit Joure: Twaalf beroepen en dertien plezierigheden

Algemeen
Afbeelding

Alleen een kenner zou de verschillende landschappen, van de streken die een belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van de VVD-wethouder, herkennen. Minder moeite zouden ze hebben met de identiteit van de schilder, niet in de laatste plaats omdat het schilderij duidelijk gesigneerd is, door Benno Pen. Maar ook zonder dat signatuur is de stijl van Benno Pen herkenbaar aan de geraffineerde manier waarop hij de vier landschappen naadloos in elkaar over heeft laten vloeien. De 82-jarige aimabele Benno Pen uit Joure staat dan ook bekend als een uiterst begaafd reproductieschilder.

JOURE - In de werkkamer van wethouder Jaap van Veen van de gemeente Heerenveen hangt een schilderij, waarin vier verschillende landschappen geïntegreerd zijn tot een geheel.

De aanleiding tot het schilderij was een bezoek van de Feanster wethouder Jaap van Veen, aan een ‘Boerebrulloft’ in Herema State. Daar werd hij opmerkzaam gemaakt op kunstschilder Benno Pen uit Joure. Het één leidde tot het ander en uiteindelijk werd de Jouster schilder gevraagd om aan de hand van een handvol zwartwit foto’s uit verschillende levensstadia van Van Veen en diverse kenmerkende elementen uit de onderscheiden regio’s, een schilderij te maken.

Een bijzonder kind en dat was het…

Benno Pen werd geboren op 31 januari 1937 in een boerderijtje aan de Nieuweweg 21 in het gehucht Spanga, in Weststellingwerf. Hij had drie zussen en twee broers. Benno bleek een bijzonder kind. Op vijfjarige leeftijd al bespeelde hij het orgel van de Apostolische kerk en leerde hij zichzelf gitaar- en diverse andere instrumenten bespelen. De jaren dertig van de vorige eeuw waren zware jaren, gevolgd door de diepzwarte periode van de Tweede Wereldoorlog. Desondanks heeft Pen een diepgewortelde liefde voor de streek, zoals in veel van zijn schilderijen terug is te zien.

“Ik had nauwelijks besef van de ernst van de oorlogsjaren. Mijn vader was als een spin in het web verweven met het verzet en sluisde veel onderduikers uit de Noordoostpolder, waar hij uitvoerder was, naar ons huis om ze aan te laten sterken en dat was gevaarlijk omdat er NSB-ers bij ons in de buurt woonden.” Benno was, net als nu nog steeds het geval is, een prater en verhalenverteller. Om het risico van ontdekking van de onderduikers te verkleinen, werd besloten om de toen ongeveer zes jaar oude Benno een tijdje onder te brengen bij zijn opa en oma, die in een klein huisje woonden in Vierhuis aan het Tjeukemeer. De logeerpartij duurde ongeveer twee jaar, zodat Benno naar de Lagere School ging in Rotsterhaule en pas na de oorlog terugkeerde naar Spanga.

Bordschildering voor straf

Op de lagere school was het één keer per week feest, wanneer tekenen op het rooster stond. De prachtige kleurpotloden en het maagdelijk witte papier oefenden een niet te stuiten aantrekkingskracht op hem uit. Hij bleek bovengemiddeld begaafd. Waar andere leerlingen bij kwajongensstreken met hun neus tegen de muur in de hoek moesten staan, werd Benno verplicht om een krijttekening op het schoolbord te maken. Mooier dan meester Peetsma dat kon. Dat was het begin van een hobby-carrière, waarmee hij zelfs internationaal bekendheid verwierf.

In 1950 kwam Benno van school en ging hij bij zijn vader ‘in het riet’ werken. Riet was toen een goedkope dakbedekking en het verschafte werk aan vele handen. Benno’s vader was een van de grotere riethandelaren in het noorden en Benno werd zijn rechterhand. Hij genoot van het vak, de natuur en de vele verhalen die hij hoorde over de streek. In het voorjaar ‘in het riet’ en in de zomer als landarbeider bij boeren uit de omgeving. Aanvankelijk reed hij dagelijks op zijn fiets naar Gaasterland, waar hij werkte, maar al snel maakte de fiets plaats voor een Mosquito bromfiets. En nadat hij op zijn achttiende vlot achter elkaar de rijbewijzen ABCD en E had gehaald, reed hij achtereenvolgens op een Indian en een Harley Davidson. Maar Benno was ervan overtuigd dat het nuttig zou zijn om op school wat bij te leren, zodat hij ’s avonds naar de handelsavondschool toog.

Instructeur van alles wat rijdt

Na zijn diensttijd, waarin hij in Eindhoven onder meer de opleiding tot rijinstructeur aan de Rij- en Tractie School (RTS) volgde en later in ’t Harde alle andere militaire voertuigen aan zijn instructeurspapieren toevoegde, ging hij weer aan de slag in de rietvelden en leerde hij zijn latere vrouw Jetty kennen. Op 28 september van het jaar 1959 beloofden zij elkaar eeuwige trouw. Sinds die tijd wordt de naam Jetty, weliswaar op vernuftige manier gecamoufleerd, aan al zijn latere schilderijen toegevoegd. Door zijn grote gedrevenheid voor zijn werk raakte hij op 22-jarige leeftijd overspannen en werd het tijd om naar een andere werkkring om te kijken.

Dat werd het hoofdbureau van politie aan de Elandsgracht in Amsterdam, maar aangezien het thuisfront daar niet echt gelukkig mee bleek, was zijn carrière als politieagent van korte duur. Hij kwam in dienst als buschauffeur en instructeur bij Salland NV in Deventer en later in Emmeloord, waar hij in zijn vrije uurtjes tevens rijwielhersteller en muziekleraar was. Zeven jaar later maakte hij een rigoureuze overstap. Hij werd uitvaartverzorger en haalde en passant in de avonduren zijn papieren om dat ook in het buitenland te mogen en kunnen doen. Via diverse betrekkingen in de uitgeverswereld belandde hij uiteindelijk als hoofd exploitatie bij de Firma Hoekstra Krantenwereld, waar daarnaast ook zijn creatieve talent als illustrator niet zelden werd benut op krantenpagina’s.

Het was de schuld van de kinderen

Pen’s kinderen waren er tot tweemaal toe voor verantwoordelijk dat hij aanvankelijk de tekenpen en later de schilders-penselen (weer) ter hand nam. De eerste keer tijdens een vakantie op de camping waar hij een schetsboek en een set kleurpotloden van ze kreeg. De passie voor tekenen op een groot wit vel papier kwam als het spreekwoordelijke duveltje uit het doosje, hetgeen resulteerde in een groot aantal vakantietekeningen.

De tweede keer stelden ze hem voor de uitdaging om een grote kleurplaat in te kleuren. Benno ging de uitdaging met plezier en volle overgave aan. Langzaam maar zeker werd inkleuren schilderen en werd waterverf vervangen door olieverf op jute of linnen, met als finishing touch een mooie lijst. Zijn nationale doorbraak beleefde hij na een expositie in Heerde, waarna er paginagrote artikelen en interviews in de landelijke pers verschenen.

In 1984 resulteerde dat in een uitnodiging om deel te nemen aan de Nationale Repro Salon in het prestigieuze American Hotel in Amsterdam, een expositie van de beste reproductie-schilders van Nederland. Waar andere schilders aan kwamen zetten met hun schilderijen zorgvuldig verpakt in kratten, had Pen zijn drie doeken gewikkeld in oude dekens. “De schrik sloeg mij om het hart,” vertelt hij met een brede glimlach en pretoogjes. “De mooiste plekjes waren al bezet, de schilderijen prachtig uitgelicht. Ik werd met meewarige blikken bekeken en ik zag ze denken: ‘Wat moet die provinciaal hier met zijn doekjes’.

Uiteindelijk vond ik een afgelegen donker hoekje waar ik mijn werk kon ophangen. Het leek in het niets te verdwijnen. De verbazing was dan ook groot toen ik tot winnaar werd uitgeroepen van de ereprijs.” Daarna was zijn naam als vooraanstaand reproductieschilder gevestigd.

Epicentrum van creatieve ontplooiing

In 2003, na zijn pensionering, besloten Benno en zijn vrouw Jetty te verhuizen naar Joure, waar de blokhut achter de woning het epicentrum werd van zijn creatieve veelzijdigheid. Hij bouwde antieke treinen in miniatuur na, restaureerde diverse schepen, bouwde modelschepen, maakte kleine stoommachines, beschilderde klokken en voerde restauraties uit aan schilderijen.

Dat bleek de opmaat om het schilderen met olieverf weer op te pakken en veelal prachtige landschapstaferelen of onderdelen daaruit op het doek te zetten. “Daarmee krijg je veel meer diepte en sfeer in je schilderijen dan in een aquarel”, legt hij uit. Daarbij liet hij zich vaak leiden door de werken van oude meesters. “De manier waarop zij, vooral Rembrandt, met licht werkten, is uniek. Maar altijd heb ik aan mijn schilderijen iets nieuws toegevoegd en niet te vergeten - weliswaar mooi verborgen - de naam van mijn vrouw Jetty.”

Toch was het niet een en al rozengeur en maneschijn in het leven van Benno en Jetty. Tot driemaal toe werd er kanker bij hem geconstateerd en evenzovele malen overwon hij met de steun van vrouw, kinderen en vrienden deze verschrikkelijke ziekte. Die gebeurtenissen konden echter niet in de schaduw staan van het verlies van zijn 51-jarige zoon, een van zijn vier kinderen, aan een hartstilstand. “Mijn ziektes heb ik overwonnen, maar het verlies van een kind is met geen pen te beschrijven. Ik was een periode tot niets in staat, zelfs niet tot schilderen.”

Toch pakte hij de draad weer op en zijn werk trok de aandacht van Gerben Wijnja uit Tjerkwerd, die hem voorstelde zijn tekeningen en schilderijen te bundelen. Het resulteerde in 2017 tot het boek ‘Uit het schilderatelier van Benno Pen’, waarin naast de tekeningen en schilderijen ook de verhalen van de kunstschilder werden opgetekend. Museum Joure wijdde daarna een expositie aan hem.

Nog steeds is Benno Pen elke dag vroeg uit de veren om te werken aan zijn nieuwste creatie. Zijn drive? “Als anderen van mijn werk genieten, geniet ik mee.”

Door Wim Walda

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding